top of page

SCF: size doesn’t matter (deel 1)

Supply Chain Finance (SCF) is een veel gebruikte term, waarbij meestal gerefereerd wordt naar Reversed Factoring (RF). De traditionele spelers in RF zijn de financiers, meestal banken, en de leveranciers van platforms. Om voor RF in aanmerking te komen was de vuistregel, dat je een financieringsvolume van tenminste circa 25 miljoen Euro nodig had. Nieuwe spelers met andere modellen zetten deze markt op zijn kop, waardoor je met volumes minder dan 1 miljoen Euro al een business case kunt hebben.


Wat is ook al weer RF? In RF neemt de afnemer, vaak de meest kredietwaardige partij in de keten, het initiatief om een programma op te zetten. Doel van een RF programma is primair het verlagen van het werkkapitaal bij de initiator, door een verlenging van de betaaltermijnen van leveranciers bij gelijkblijvende inkoopvoorwaarden. Leveranciers worden hiertoe overgehaald, doordat zij toegang krijgen tot relatief goedkope funding (gebaseerd op het kredietprofiel van de afnemer). Onder het programma kunnen zij hun vordering op de afnemer verkopen (verdisconteren, non recourse, off balance) aan bij het programma aangesloten financiers. Communicatie verloopt via een platform, waarop de afnemer de van de leverancier ontvangen en door afnemer geconfirmeerde facturen laadt.


Het financieringsvolume onder het programma hangt af van het inkoopvolume, de leveranciers die deelnemen en de betaaltermijnen. Een rekensommetje ter verduidelijking: Stel het jaarlijkse inkoopvolume is 300 miljoen Euro, 50% van de leveranciers doen mee, de betaaltermijn wordt opgerekt naar 60 dagen en de leveranciers bieden hun facturen ter discontering aan na 5 dagen. Het financieringsvolume onder het programma is dan 22,6 miljoen Euro (300 x 50% x 55 / 365).


Traditionele spelers zijn alleen geïnteresseerd in een financieringsvolume van tenminste circa 25 miljoen Euro. Banken geven aan dit volume nodig te hebben om de kosten van hun krediet- en compliance apparaat goed te maken. Platform aanbieders willen daarnaast een minimumvergoeding waardoor kleine volumes duur uitpakken. Veel ondernemingen halen dit volume niet en hebben tevergeefs met aanbieders gesproken over de mogelijkheden van RF.


Door de enorme opkoopprogramma’s van de centrale banken (Bank of Japan sinds 2000, Fed vanaf 2008 en ECB sinds 2014), zijn de rendementen op kredietrisico’s die beleggers realiseren in de obligatiemarkten, vrijwel verdampt. Als gevolg zijn institutionele beleggers met enorme volumes aan liquiditeit op zoek naar rendement op kredietrisico. Langs het hele spectrum van financieringsoplossingen zien we nieuwe initiatieven ontstaan, die gebruik maken van dit aanbod van liquiditeit en in de gaten springen, die de banken laten vallen.


Zo ook in RF. Nieuwe spelers bieden voor de afnemers hetzelfde resultaat als RF, maar met een andere aanpak. In deze oplossingen wordt niet het kredietprofiel van de afnemers als

ijkpunt voor de disconteringsvoet genomen, maar de financieringskosten van de leverancier.


Hierdoor kunnen deze nieuwe spelers uit de voeten met volumes van minder dan 1 miljoen Euro. Dit zijn volumes die met een individuele of een zeer beperkt aantal leveranciers kan worden bereikt. Deze nieuwe spelers richten zich niet op de leveranciers uit Nederland, of West Europa, maar juist op leveranciers uit landen waar leveranciers beperkte toegang tot financiering hebben en/of tegen hoge kosten.


Hoe werkt dit? Stel dat de financieringskosten van de leverancier 9% zijn. Voor een periode van 60 dagen (en 5 dagen aanmeld-vertraging) komt dit neer op een kostenpost van (9% x 55 / 360 =) 1.375%. Als de aanbieder dus een prompte betaling kan verzorgen van een bedrag hoger dan (100 - 1.375% =) 98.625% is dit al interessant voor deze specifieke leveranciers. Er is dus meer marge om de operationele kosten van aanbieder te dekken.


Net als bij RF kan de afnemer het initiatief nemen, maar de afnemer hoeft geen contract te tekenen met de financier en ook niet gebruik te maken van een platform. De rol van de afnemers is het ondertekenen van de kennisgeving van de overdracht van de vordering van de leverancier aan de financier. Hiermee geeft de afnemer aan dat er geen dispuut is en dat hij de vordering op betaalmoment zal betalen aan de financier. In het kader van ‘voor wat, hoort wat’, zal de afnemer een gepaste blanco (open account) betaaltermijn bedingen.


Financiering van de supply chain is volop in ontwikkeling, het aantal nieuwe spelers en concepten neemt sterk toe. In deel 2 van dit artikel zullen we aandacht besteden aan nieuwe aanbieders van factoring.


Bent u geïnteresseerd in de financieringsmogelijkheden van uw supply chain, Orchard Finance denkt graag met u mee.


bottom of page